Verklarende woordenlijst / Glossary of Dutch words

NL Betekenis van

Rivier: Stromend water dat zich vanaf de oorsprong (bijv. bron of gletsjer) in een bedding een weg zoekt naar lager gelegen gebieden, en meestal uitmondt in een zee. Bijna overal op aarde vormen rivieren een belangrijke schakel in de kringloop van het water. Rivieren kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld. Men kan een indeling maken op basis van de verandering in de hoeveelheid water (regiem) in de rivier: wanneer een rivier het gehele jaar door water voert, spreekt men van een permanente rivier; een periodieke rivier heeft vaste perioden dat zij droogvalt; en een episodische rivier heeft slechts af en toe water (wadi). Men kan ook een onderscheid maken op basis van de wijze waarop de rivieren gevoed worden: er zijn regenrivieren, smeltwaterrivieren en gemengde rivieren. Rivieren kunnen ook ingedeeld worden naar hun uiterlijk: men onderscheidt dan lechtende rivieren en meanderende rivieren. De belangrijkheid van een rivier wordt voor een groot deel bepaald door de oppervlakte van het stroomgebied, het gebied dat afwatert op de rivier. Rivieren vervoeren niet alleen water, maar ook daarin opgeloste stoffen, zoals afval van industrieën en huishoudens, geërodeerd zand en slib, en erin drijvende voorwerpen, zoals boomstammen. Het materiaal dat een rivier mee naar zee voert, is, voor zover niet door de mens geloosd, elders geërodeerd. De erosie vindt voornamelijk plaats in de bovenloop van de rivier, waar de helling steil is en de bedding nauw. De rivier zal zich langzaam insnijden. In de bovenloop bevat de rivier nog maar weinig water; vanwege de hoge stroomsnelheid en het meegevoerde puin werkt het water daar sterk erosief. Wanneer insnijding bovenstrooms en sedimentatie benedenstrooms hebben geleid tot een evenwichtsprofiel, houden fluviatiele erosie en fluviatiele sedimentatie elkaar verder in evenwicht. In de middenloop van de rivier bestaat dit evenwicht al vanaf het begin. Er treedt daar hoofdzakelijk zijwaartse erosie op (het dal wordt breder). Het geërodeerde materiaal blijft meestal in de nabijheid van de rivierloop (op de dalbodem) liggen. Bij de fluviatiele sedimentatie ontstaan o.a. oeverwallen, stroomruggen en komgronden. In een rivier kunnen watervallen voorkomen. Tegenwoordig zijn veel rivieren beschermd door dijken tegen overstroming. Ook kunstmatige regeling van het waterpeil, door stuwen en kanaliseren vindt steeds meer plaats.4

EN Meaning of

River:

Flowing water that finds its way from its source (e.g. spring or glacier) in a bed to lower areas, usually ending up in a sea. Almost everywhere on earth, rivers are an important link in the water cycle. Rivers can be classified in different ways. One classification can be made on the basis of the change in the quantity of water (regime) in the river: if a river carries water all year round, it is called a permanent river; a periodic river has fixed periods when it is dry; and an episodic river has water only occasionally (wadi). A distinction can also be made based on the way the rivers are fed: there are rain rivers, meltwater rivers and mixed rivers. Rivers can also be classified according to their appearance: leeching rivers and meandering rivers are distinguished. The importance of a river is largely determined by the size of its catchment area, the area that drains into the river. Rivers do not only carry water, but also dissolved materials, such as industrial and household waste, eroded sand and silt, and objects floating in them, such as tree trunks. The material that a river carries to the sea is, if not discharged by man, eroded elsewhere. The erosion mainly takes place in the upper reaches of the river, where the slope is steep and the bed narrow. The river will slowly cut itself. In the upper reaches, the river has little water left; due to the high flow velocity and the transported debris, the water has a strong erosive effect there. When incision upstream and sedimentation downstream have resulted in an equilibrium profile, fluvial erosion and fluvial sedimentation will continue to balance. In the middle course of the river, this balance has existed since the beginning. There, mainly lateral erosion occurs (the valley widens). The eroded material usually remains in the vicinity of the river course (on the valley floor). During fluvial sedimentation, river banks, levees and basins are formed. Waterfalls can occur in a river. Today, many rivers are protected from flooding by dikes. Artificial regulation of the water level by weirs and canals is also increasingly common.

Translated with DeepL.com (free version)

Glossary Index Home page